www.technologieenindustrie.com

NWO bericht over Nederlandse verkiezingsdebat over onderzoek en innovatie

Het debat belicht investeringen, academische vrijheid en nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek als drijfveren voor innovatie, groei en maatschappelijke oplossingen.

  www.nwo.nl
NWO bericht over Nederlandse verkiezingsdebat over onderzoek en innovatie

In verkiezingstijd staan kennis, onderzoek en innovatie zelden bovenaan de lijst met debatonderwerpen. Toch zijn ze cruciaal voor het oplossen van maatschappelijke problemen. Hoeveel moet er extra in onderzoek en innovatie worden geïnvesteerd en in hoeverre moet de politiek zich in het stelsel roeren? Daarover ging het verkiezingsdebat ‘De kracht van kennis; kiezen voor vooruitgang’ van de Kenniscoalitie op 21 oktober.

Onder het toeziend oog van bezoekers in de zaal en online via de livestream gingen Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA), Wendy van Eijk-Nagel (VVD), Jan Paternotte (D66) en Marcel Hanegraaff (CDA) in perscentrum Nieuwspoort in debat over de toekomst van onderzoek en innovatie.

Kennis de troefkaart van Nederland
Voorzitter van de Kenniscoalitie Marcel Levi kan het belang van het Nederlandse onderzoek niet genoeg benadrukken wanneer hij het debat inleidt: ‘Wonen, energie, klimaat, zorg, mobiliteit: zonder kennis en innovatie gaan we al die problemen gewoon niet oplossen. Kennis is de troefkaart van Nederland.’

Daarover zijn alle politici het eens, al verschillen ze van mening over de uitvoering. Paternotte spreekt van ‘het belangrijkste debat van deze verkiezingen’: ‘Het gaat over hoe we in de toekomst ons geld verdienen.’ Nederland moet weer koploper worden in onderzoek en innovatie, vindt hij. Ook Hanegraaff waarschuwt dat Nederland achteropraakt in de rat race tussen China en de VS. ‘We willen fors investeren, maar er is meer nodig. We reguleren onze economie kapot.’

Stultiens denkt dat voor een gezonde economie extra investering in onderzoek en innovatie onvermijdelijk is. ‘Economen en bedrijven zeggen het: investeer hierin. Het is ongelofelijk dat er het afgelopen jaar zoveel bezuinigd is. Wij zeggen: alle bezuinigingen van tafel.’

Van Eijk-Nagel is in relatie tot de andere partijleden redelijk positief over de positie van Nederland. ‘De grootste uitdaging is om het zo te houden.’ Ze benadrukt het belang van een aantrekkelijk vestigingsklimaat en de doorgroei van start-ups en scale-ups. ‘Op het gebied van economie gaan we elkaar absoluut vinden.’

De Lissabondoelstelling
De eerste stelling gaat over de Lissabondoelstelling, de Europese afspraak dat 3% van het bbp naar onderzoek en ontwikkeling moet gaan. In de praktijk betekent dat een verhoging van 2 miljard (2026) tot 3,5 miljard euro (2029) aan additionele publieke financiering, zo luidt de stelling vanuit de Kenniscoalitie. Gaan partijen dat met hun verkiezingsplannen halen?

‘Dat is nog te weinig, daarmee redden we het niet,’ stelt Paternotte. Zijn partij wil richting de 10 miljard per jaar. Ook Stultiens vindt de voorgestelde verhoging mager.

Hanegraaff en Van Eijk-Nagel wijzen voor additionele financiering op de rol van het bedrijfsleven. ‘De meeste investeringen moeten daarvandaan komen,’ aldus Hanegraaff. ‘Dan krijg je echt die katalyserende werking op gang.’ Van Eijk-Nagel vult aan: ‘Je kunt niet aan de ene kant de norm willen halen en tegelijk regelingen voor bedrijven versoberen. Dan spreek je jezelf tegen.’

‘Maar deze stelling gaat juist over het publieke deel,’ werpt Stultiens ertegenin. ‘We willen allemaal hetzelfde doel, maar de vraag is: hoeveel geld wil je er echt aan uitgeven?’

Ruimte voor nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek
Moet onderzoeksgeld vooral worden ingezet waar dit het verdienvermogen van Nederland versterkt? De VVD vindt van wel. ‘Als het gaat om publieke middelen, moet de prioriteit liggen bij het verdienvermogen van Nederland. En om het breder te trekken, bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken,’ stelt Van Eijk-Nagel. En fundamenteel onderzoek, zoals literatuurwetenschappen, filosofie en archeologie? ‘Dat heeft voor ons dan minder prioriteit,’ antwoordt ze.

D66 en CDA zijn het daar mee oneens. Ze noemen ChatGPT, Silicon Valley en communicatietechnologieën als voorbeelden voor innovaties afkomstig uit nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek. ‘Als je alleen maar investeert in onderzoek dat op de korte termijn iets moet opleveren, maak je de wetenschap kapot,’ zegt Hanegraaff. ‘Je moet altijd ruimte houden voor door interesse gedreven onderzoek. Bewezen is dat dat op de lange termijn de grote innovaties stuwt.’

Paternotte stoort zich eraan dat de Kamer steeds kritischer kijkt naar onderzoek zonder direct economisch nut. ‘We moeten stoppen onderzoeksgebieden tegen elkaar uit te spelen.’ GroenLinks-PvdA sluit zich daarbij aan. ‘Door alleen verdienvermogen te eisen, maak je van universiteiten een vooropleiding voor het bedrijfsleven,’ stelt Stultiens. ‘Dan doe je ze echt tekort.’ Hij wijst ook op de bezuinigingen van de vorige coalitie, die volgens hem door de PVV werden voorgesteld. ‘Dat is nauwelijks tegengesproken. Je moet durven staan voor wetenschappers die niet meteen geld opleveren.’ Hanegraaff vult aan: ‘Het marktdenken staat bij de VVD bovenaan, dus wordt de universiteit gezien als een bedrijf dat resultaat moet leveren. Dat is een fundamenteel verkeerde manier om naar wetenschap te kijken.’

Internationaal talent
Over de vraag of Nederland ruimte moet geven aan internationaal talent lopen de meningen verder uiteen. De VVD stemt als enige tegen. ‘Internationaal talent is welkom in Nederland, en we hebben dat talent ook keihard nodig,’ licht Van Eijk-Nagel toe. ‘Maar we maken daarin gerichtere keuzes. De koppeling met de arbeidsmarkt is voor ons heel relevant. Dat betekent dat niet iedereen zomaar elke opleiding kan volgen, omdat dat tot grote knelpunten op andere gebieden leidt.’

Paternotte reageert kritisch op dat standpunt. Hij herinnert eraan dat de roep om minder internationale studenten al twee jaar geleden opdook, toen het VVD en CDA het Engels in bacheloropleidingen wilden verbieden. ‘Nu zijn de bezuinigingen er nog steeds, maar zonder ‘hoe’.’ Hanegraaff nuanceert dat beeld enigszins. Volgens hem daalt het aantal studenten sowieso, ook internationaal. Ook wil hij het instellen van een numerus fixus makkelijker maken voor universiteiten. ‘Maar niet in steden als Maastricht en Groningen, waar ze die studenten juist hard nodig hebben.’

‘In Groningen zijn nu al honderden mensen ontslagen’, werpt Paternotte tegen. De bezuinigingen die het CDA voorstelt zullen dat verergeren. ‘Als je dan Groningen en Maastricht noemt: daar wordt dit een ramp.’

Paternotte benadrukt tot slot de waarde van internationale krachten voor het bedrijfsleven. ‘Tachtig procent van de bedrijven en ondernemers hebben geen vertrouwen in de overheid door onvoorspelbaar beleid. Bedrijven als Shell en Unilever schrappen investeringen, ASML vraagt om hulp om overeind te blijven. Even zeggen “dan maar geen expats meer”: die luxe hebben we echt niet.’ Die stabiliteit geldt ook voor het onderwijs, zegt hij. ‘Universiteiten hebben al de mogelijkheid om te selecteren op Engelstalige tracks, maar willen wel weten wat voor overheidsbeleid daarbij zit. Ze moeten weten waar ze aan toe zijn.’

Opkomen voor academische vrijheid
Tot slot roepen recente ontwikkelingen in binnen- en buitenland vragen op over de borging van academische vrijheid. Wereldwijd bemoeien overheden zich steeds meer met de inhoud van onderwijs en onderzoek. Hanegraaff, zelf werkzaam in de wetenschap, noemt het een glijdende schaal. ‘De druk op wetenschappers wordt echt groot,’ zegt hij. Volgens hem is de academische vrijheid juridisch al goed geborgd, maar zit het probleem in de normering: ‘Wat wordt er in de politiek aangejaagd als het gaat om de kritiek op wetenschappers? Die norm moet daar weer hoger gesteld worden.’ Hanegraaff wil zich daar ook actief voor inzetten. ‘De verdwijning van democratisering begint altijd met de bekritisering van wetenschappers, rechters en media. Je moet alles doen wat mogelijk is om dat te voorkomen.’

Paternotte deelt die zorg. ‘Het is bijna een gewoonte geworden om wanneer een wetenschapper iets zegt, het ontslag van diegene te vragen. Of als er een demonstratie misgaat, te vragen om het college van bestuur aan de kant te schuiven.’ In de VS gebeurt dat al, zegt hij. ‘Als we daar geen dam tegen opwerpen, gaat het echt de verkeerde kant op.’ D66 pleit daarom voor grondwettelijke verankering van de academische vrijheid.

Van Eijk-Nagel onderschrijft het belang van academische vrijheid, maar vindt borging in de Grondwet te ver gaan. ‘Als er één plek is waar je je veilig moet voelen, dan is het de universiteit,’ zegt ze. ‘Maar die vrijheid borg je beter via gesprek en gezamenlijke verantwoordelijkheid.’

GroenLinks-PvdA waarschuwt tenslotte dat de academische vrijheid in Nederland al langer onder druk staat. ‘Het is code rood. Coalitiepartijen hebben de vrijheden ondermijnd, vragen gesteld over individuele onderzoekers en opgeroepen raden van toezicht te ontslaan,’ zegt Stultiens. Ook hij maakt zich hard voor een betere verankering van academische vrijheid in de Grondwet, en is blij met de woorden van Van Eijk-Nagel. ‘Laten we dan nu afspreken dat we alle partijen die dat doen gezamenlijk gaan aanspreken. Dat is de enige manier om die vrijheid echt te beschermen.’

www.nwo.nl

  Meer weten…

LinkedIn
Pinterest

Sluit u aan bij de 155.000+ IMP-volgers