Infrabel bereidt zich voor op de hitte van de komende dagen

Infrabel activeert zijn "Hitteplan" in afwachting van de uitzonderlijk hoge temperaturen die eind deze week worden verwacht. Dit plan voorziet in preventieve en reactieve maatregelen om de veiligheid van het spoorwegverkeer en het welzijn van het spoorwegpersoneel te waarborgen.

De spoorinfrastructuurbeheerder activeert zijn « Hitteplan»

Tot 20°C graden warmer in de sporen
De spoorstaven, de ballast (de kiezelstenen onder en tussen sporen) en de betonnen dwarsliggers slaan warmte op. In de sporen is de temperatuur tussen 10 en 20°C hoger dan de omgevingstemperatuur. Wanneer het ’s nachts afkoelt, kan de temperatuur snel dalen. Deze snelle temperatuursveranderingen kunnen gevolgen hebben voor de spoorinfrastructuur.

De sporen in België zijn afgeregeld op een temperatuur van 25 graden. Dan staat er geen mechanische spanning (drukkracht) op de sporen. Bij warmte zet het metaal van de sporen uit. Bij elke graad boven die 25 graden komt er afhankelijk van het type spoor van 1,5 tot 1,9 ton kracht op de spoorstaaf te staan. Die krachten zoeken zich een weg naar buiten. Als dat niet lukt, kan het spoor in extreme gevallen zelfs gaan slingeren waardoor de treinen niet meer veilig kunnen rijden. Maar zo’n spoorslingering is gelukkig eerder uitzonderlijk. Om de spoorstaven op hun plaats te houden, zijn er natuurlijk in eerste instantie de dwarsliggers. Die vangen het grootste deel van de krachten op wanneer een spoor uitzet door de warmte. Om veiligheidsredenen worden onderhoudsploegen van Infrabel uitgestuurd om de sporen te controleren. In de sporen zitten ook zogenaamde uitzettoestellen. Deze toestellen zitten voor en achter bepaalde wissels. Ze vangen een deel van de drukkrachten op.




Hoge temperaturen kunnen ook problemen veroorzaken op de sensoren (de zogenaamde stroomspoorkringen, assentellers en pedalen) die in het spoor zitten en die de positie van een trein detecteren. Deze detectietoestellen zijn belangrijk in het aansturen van het treinverkeer. Maar door de extreme hitte kan het zijn dat deze sensoren gaan storen, wanneer het metaal van de sporen uitzet. Sommige van de sensoren worden per computer aangestuurd vanuit een speciale seinkeet (grote kasten die naast het spoor staan). Door de hitte kan de temperatuur in die seinkasten erg hoog oplopen tot wel 50 graden. De keten zijn wel uitgerust met een ventilatiesysteem.

Maar de hitte kan ook moeilijkheden veroorzaken voor de bovenleiding. Door de hoge temperaturen kunnen de aardingskabels gaan doorhangen en in contact komen met de stroomdraden van de bovenleiding waardoor er een kortsluiting kan ontstaan.

Om de veiligheid van het spoorwegnet te garanderen, neemt Infrabel een reeks preventieve maatregelen: controle van de sporen, wissels, bovenleidingen, airconditioning van elektrische installaties en datacenters, identificatie van brandgevoelige spoorwegbermen, enz. Het verkeerscoördinatiecentrum van Infrabel geeft meermaals per dag weerberichten door aan de collega’s op het terrein. Naast deze preventieve maatregelen staat het personeel te allen tijde klaar om in te grijpen wanneer zich een probleem voordoet.




Spoorwegpersoneel beschermd tegen hitteslag
Omdat veiligheid prioritair is, is het dragen van beschermende kleding in alle weersomstandigheden verplicht voor medewerkers die buiten werken: lange broek, versterkte schoenen, helm en geel vest. Met de aangekondigde hittepiek eind deze week en dit weekend kunnen de werktijden aangepast worden om de werkomstandigheden draaglijker te maken. Dat betekent dat het mogelijk is om, daar waar het kan, ’s ochtends vroeger te beginnen met werken (want dan is het nog wat koeler) om dan ook wat vroeger te kunnen stoppen wanneer het echt te warm wordt. De werknemers zullen daarnaast ook voldoende water en zonnebrandcrème krijgen.

www.infrabel.com

  Meer weten…